Wie staan er op de foto?
Van links naar rechts: Henk Looyen, Otto Polak, Sjaak de Vries, Willy van ’t Hek, Piet Boogaard, Frits Soetekouw, Wout Schaft, Hassie van Wijk, Dirk de Ruiter jr., doelman Kirsten en aanvoerder Piet van der Muts.
LINK NAAR DE JUBILEUM-EDITIE VAN HET CLUBBLAD
Competitie Eerste Klasse A Betaald voetbal
In de competitie 1960-1961 had De Volewijckers een goede start en in de tweede seizoenshelft leek rechtstreekse promotie naar de Eredivisie haalbaar. Maar doordat 4 van de laatste 7 wedstrijden werden verloren, eindigde De Volewijckers op de 2e plaats achter Volendam, dat rechtstreeks promoveerde. In de Eerste klasse B promoveerde Blauw-wit rechtstreeks.
Promotiewedstrijden
De Volewijckers en DHC waren beide als tweede geëindigd in hun afdeling. Zij moesten eerst tegen elkaar spelen op Houtrust on Den Haag en de winnaar kon dan in twee wedstrijden met degradatiekandidaat Elinkwijk uitmaken wie in 1961-62 in de Eredivisie zou spelen.
De Volewijckers wonnen met 3-1 van DHC.
De thuiswedstrijd in het Olympisch stadion tegen Elinkwijk werd met 4-3 gewonnen.
Het wonder van Zuilen
Nu moest De Volewijckers naar Zuilen. Als je de uitslag ziet (4-4) dan weet je dat De Volewijckers promoveerde. Maar een verslaggever van het Vrije Volk zei later dat je zo’n dramatisch verlopende wedstrijd hooguit een keer in je leven te zien krijgt. Niet voor niets is die wedstrijd op 5 juli 1961 bekend gebleven als ‘Het wonder van Zuilen’.
Het Parool schreef: ” Het was geheimzinnig, griezelig bijna, gisteravond op het veld van Elinkwijk. De 15.000 toeschouwers konden het nauwelijks geloven. De Volewijckers, een kwartier voor het einde van de promotiestrijd nog met 4-1 achter, was er door onverzettelijke wil in geslaagd met 4-4 gelijk te komen. Het in drie jaten moeizaam opgekweekte moreel heeft niet gefaald. De Mosveldbaby’s bewezen in deze wedstrijd volwassen te zijn.”
Techniek en spelinzicht tegenover intimidatie en fysieke kracht
Al in de jaren dertig, toen De Volewijckers in de derde klasse speelde en 5 maal kampioen werd, bleek vaak dat het snelle en technische voetbal tijdens promotiewedstrijden nietsontziend werd afgebroken door de degradatiekandidaten die zich vooral met fysiek geweld verzetten. Het Parool schreef na de promotie naar de eredivisie meer dan 20 jaar later onder de kop ‘ “Intimidatie. Eat dat betreft hadden de Elinkwijkers gisteravond alles mee. Het publiek zat tot tot hoog in de telegraafpalen langs het veld en met honderden toeters werd werkelijk een oorverdovend lawaai geproduceerd. De spelers zelf lieten zich, in tegenstelling tot de wedstrijd van vrijdag in Amsterdam, te vaak lichamelijk gelden. Boogaard werd daar reeds na een kwartier het slachtoffer van. Hinkend speelde hij op de rechtervleugel de wedstrijd uit. Soetekouw was de volgende. Een duw van Kruin werd hem dusdanig noodlottig, dat hij na rust zelfs het veld moest verlaten.” Er volgde meer geweld van de spelers en Hassie van Wijk kreeg een zitkussentje van een supporter op het hoofd toen hij aan de kant ging voor een blessure. Maar zoals oud-speler Gerben Wagenaar na de wedstrijd zei, het was de spelers ingeprent dat een wedstrijd pas gespeeld is, als de scheidsrechter voor de laatste maal fluit.
Mentale gesteldheid en teamgeest
Het Parool stelde dat de Mosveldbaby’s op het gebied van techniek en spelinzicht allang volwassen waren. “Bij de meesten was dat een aangeboren zaak, bij anderen is dat in de loop van de tijd bijgeschaafd. De mentale hardheid is echter pas na jaren van moeizame arbeid verkregen. Keihard zijn de vroegere weke knapen. DHC vergiste zich tweemaal in de nieuwe mentale gesteldheid van de Volewijckers (in de tweestrijd tussen de twee als tweede geëindigde Eersteklassers) en Elinkwijk maakte gisteravond dezelfde blunder. DHC verloor er niets mee, Elinkwijk degradeerde naar de eerste klasse van het betaalde voetbal. De Utrechtse ploeg, die zich jaren heeft kunnen handhaven, heeft gisteravond moeten ondervinden, dat technisch en tactisch vermogen het tenslotte wel moet winnen van doodgewone intimidatie.”
Benen te vaak voor de bal aangezien
“Beide partijen hebben elkaar in het eerste half uur voorzichtig afgetast. Een kopbal van Boogaard en een schot van Polak gingen rakelings over de lat, maar werkelijk gevaarlijk waren deze pogingen toch niet. Elinkwijk profiteerde van het windvoordeel en de lange uittrappen van doelman Van der Schilden werden soms op vreemde manier door spil De Ruiter behandeld. Kruin wordt in dergelijke gevallen altijd zeer gevaarlijk en uitlopen van Kirsten was vaak het laatste redmiddel voor de Amsterdammers.
Geleidelijk aan werd het gevecht grimmiger. Benen werden te veelvuldig voor de bal aangezien, met de gevolgen van dien. De Jongh stuitte Looyen wat al te grof, vrije trap, over. Boogaard kreeg het opeeens weer te pakken. Onstuitbaar doolde hij door de Utrechtse verdediging, een mistrap van Sparendam kon hem niet tot staan brengen. Een forse trap van Mijnals náást de bal, maar tégen de knie van de Amsterdamse linksbinnen, deed Boogaard echre ineenkrimpen. Vrije schop, alweer zonder resultaat.
De Utrechtse linkshalf Zweers viel even later, zonder zich bij scheidsrechter Roomer áf te melden, uit. Kragten ging het veld in zonder zich áán te melden. Kort herop scoorde Jan de Jong uit een pass van Kruin de eerste treffer. Vreemde situatie: Roomer stuurde de ongerechtigde Kragten het veld uit, maar kende wél het doelpunt toe.”
Dubbel drama
“Na rust het dubbele drama. De achterstand van De Volewijckers die in een gelijke score zou worden omgezet. Elinkwijk hakte fel door. Verre hoge trappen vanuit de verdediging, berekend op de snelheid en vuurkracht van Kruin. Het had na een kwartier succes. Bij een aanval over rechts zette De Jongh Van Wijk van de bal af, waardoor Kruin in schietpositie kwam. Kruin is teveel middenvoor om een dergelijke kans te laten gaan: 2-0. Nog geen tien minuten later leek de strijd beslist toen Siahaya De Ruiter liet mistasten, waardoor Van Egdom met een machtige omhaal 3-0 kon scoren.
Toch lieten de Amsterdammers zich niet ontmoedigen. Dat woord schijnen ze ook niet meer te kennen. Schaft, een onbegrijpelijk gevaarlijke Schaft, ontknoopte een verwarde situatie voor het Utrechtse doel en prikte liggend de bal langs de vergeefs uitvallende Van der Schilden, 3-1.”
Strafschop… 4-1
“Hierna kwam de grote tegenslag voor De Volewijckers. Van der Muts haalde na een half uur Van Egdom onderuit. Scheidsrechter Roomer bleef temidden van een kluwen wild protesterende spelers onverbiddelijk naar de strafschopstip wijzen. Invaller Kragten was de man met de stalen zenuwen: 4-1, met nog een kwartier te spelen.
Het wonder bleef echter niet uit. Mijnals werd door de ‘veilige’ vooirsprong overmoedig en verwaarlossde Schaft. Iets wat men bij Schaft nu juist niet moet doen. Tweemaal maakte Mijnals deze fout en tweemaal maakte Schaft en schitterende treffer, 4-3.”
In de allerlaatste seconde (met negen man)
“Het publiek was niet meer te houden. Driemaal moest het veld worden ontruimd. Spelers en politie raakten slaags met heethoofden, die nu reeds de Elinkwijkers op de schouders wilden nemen. Maar het was nog niet zover (er restten nog 2 minuten) en het zou voor Elinkwijk ook niet meer zover komen. Want in de allerlaatste seconde werd het vonnis over Elinkwijk voltrokken. Of liever: Elinkwijk sloeg de hand aan zichzelf. Met elf man in de verdediging werden tien Volewijckers nog wilder gestuit. Van ’t Hek kreeg als laatste Amsterdammer een kans en loste een wild wanhoopsschot. Als door een blok beton getroffen stortte Mijnals zich achterover, want via zijn voet was Van der Schilden een gelagen man en Elinkwijk een gedegradeerde ploeg.” Mijnals bleef minutenlang geslagen op het veld liggen.
Het Parool vermeldde dat niet maar volgens de Tijd-Maasbode speelde De Volewijckers het slot van de wedstrijd met negen man: “Soetekouw en een andere speler die in de chaos van de laatste minuten niet meer te identificeren was, hadden er kreunend en hinkend de brui aan gegeven.” De tweede zou dan Hassie van Wijk geweest moeten zijn.
Joop de Busser verliest van Daan de Jongh
Elinkwijk werd getraind door ex-Volewijckers aanvaller Joop de Busser (rechts), die in 1944 met De Volewijckers landskampioen werd. Daan de Jongh (links) speelde toen naast hem in de voorhoede van de landskampioen en was nu bij de promotie naar de Eredivisie de trainer van de Volewijckers.
Humphrey Mijnals feliciteert de Amsterdammers en troost Boogaard
De Utrechters, getraind door oud-Volewijcker en geducht aanvaller Joop de Busser, waren ontgoocheld. Alleen Siahaya, Kruin, Van der Schilden en international Humphrey Mijnals konden het opbrengen, de Volewijckers na afloop in de kleedkamer te feliciteren. “Voor Mijnals was het tevens de gelegenheid om Boogaard te troosten. Een mistrap van Mijnals was er namelijk de oorzaak van dat Boogaard alleen nog maar wat kon hinken. Boogaard: ‘Het kan me al niets meer schelen. Het is tenminste nu achter de rug.”
Op de foto feliciteert Mijnals Willy van ’t Hek die via de voet van Mijnals de beslissing bracht. Naast hem Wout Schaft.
De semi-profs kregen 1000 gulden premie
Voor de promotie naar de Eredivisie kregen de semi-profs van De Volewijckers 1000 gulden premie: eerst 500 gulden voor de tweede plaats in de competitie en daarna nog 500 voor de promotiewedstrijden. Volgens een berekening van het ISSG zou dat in 2018 ongeveer € 6600 euro zijn geweest.
De spelers hadden naast het voetballen nog een ‘echte’ baan: Hassie van Wijk had bijvoorbeeld een tabakszaak en Frits Soetekouw gaf autorijles.