1945. Douwe Wagenaar over zuivering binnen de K.N.V.B.

Douwe Wagenaar schreef in augustus 1945 het bevrijdingsnummer van het door Geudeker her-opgerichte weekblad Sport een stuk over de zuivering die binnen de K.N.V.B. plaats moest vinden. Wie had meegewerkt met de Duitse bezetters? Na de oorlog werd hij lid van de commissie die de sport moest ontdoen van “onzuivere sportlieden”.
In het stuk noemt hij vier soorten verwerpelijke activiteiten van bestuurders van sportverenigingen tijdens de bezetting. De eerste daarvan is: je onderwerpen aan de maatregelen van de bezetter en zijn handlangers. Wagenaar erkent meteen dat vrijwel alle sporters, verenigingen en bonden zich daaraan schuldig gemaakt hebben. Ook hijzelf en De Volewijckers. Toen het joden verboden werd in het openbaar aan sport deel te nemen en lid van verenigingen te zijn, is dat op een enkele kleine uitzondering na, door allen geaccepteerd. Zie de broers De Jong in De Volewijckers. Hij geeft aan dat niet-accepteren toen buitengewoon gevaarlijk was en dat het de sport geheel lam had gelegd. Maar accepteren betekende dat je daarnaast de plicht had ondergronds alles te doen om je te verzetten. De sport in stand houden betekende dat men de jongeren geen kans mocht geven zich aan te sluiten bij de jeugdstorm en vergelijkbare organisaties. En je werkte bewust niet mee aan de Duitse propaganda. Zie ook de pdf van het VN-nummer ‘Voetbal in de oorlog’.