Het einde van de Buikslotertrekvaart aan de voorzijde van het Buiksloter Veerhuis. Tekening van Jan Bulthuis (1750-1801).
De open zeilschuiten van het buitenveer voeren van de Nieuwe Stadsherberg naar de toegang van de Buikslotertrekvaart, naast het Tolhuis. Dan vervolgden ze hun weg naar Buiksloot, gejaagd door een paard met een jongen erop. Voor herberg Het rode hart en veerhuis de Vergulden wagen meerden de veerschuiten aan. De passagiers die bijvoorbeeld naar Purmerend, Monnickendam of Edam wilden gaan, konden daar overstappen op het binnenveer. De tekschuiten lagen achter de Waterlandse zeedijk aan een steiger in de ringsloot (meersloot) van de Buikslotermeer. De veerdienst was er de reden van dat er rond de sluis in Buiksloot veel herbergen te vinden waren.
Op de prent zie je van rechts naar links Het rode Hart en De vergulden wagen en op het voordijkse land achter de brug herberg De Burg van Alkmaar. De hooi- of stroberg achter de brug was van het buitenveer. De twee wandelaars lopen over de jaagweg langs de trekvaart.