1965-1966. Ligt het aan de trainer?

Het seizoen 1965-1966 begon slecht. Na 10 wedstrijden deelden VVV en De Volewijckers de onderste twee plaatsen en kwam degradatie in zicht. Op de helft van de competitie was de situatie niet veel beter: 3 gewonnen, 2 gelijk en 9 verloren. Blauw-wit en VVV stonden onderaan, De Volewijckers één plaats hoger.

Trainersproblemen
Trainer van Asten behaalde volgens het bestuur van De Volewijckers onvoldoende resultaten met de semiprofs. Hij werd opzijgezet en mocht in vanaf 1 januari 1966 alleen nog de jeugd trainen. Rob klein werd van jeugdtrainer de oefenmeester van de semi-profs tot de komst van oud-Volewijcker Joop de Busser, die in het nieuwe seizoen naar Amsterdam zou komen. Het eerste elftal kreeg verder tactische ondersteuning van Gerben Wagenaar, oud-speler van het eerste elftal, die nu als manager zou optreden. Halverwege het seizoen ging De Busser van Elinkwijk naar Velox, De Volewijckers wisten met 4-0 van zijn nieuwe team te winnen. (Zie verder knipsels onder.)

Goedkope seizoenskaarten voor gepensioneerden
De Volewijckers gaf het goede voorbeeld door pensioengerechtigden in staat te stellen voor zes gulden een seizoenskaart te krijgen. Voor vrijwel alle betaalde clubs gold dat ze op een enkele wedstrijd na nooit uitverkocht waren en dat er dus voldoende ruimte was voor mensen die anders wegens de hoge kosten niet zouden komen.

Na opleving toch bijna onderaan
De tweede seizoenshelft ging iets beter. De Volewijckers slaagde er zelfs in de koploper Xerxes zijn eerste thuisnederlaag te bezorgen. Maar het eind van het liedje was dat het team 3e van onder eindigde, nog net buiten de degradatiezone: 8 gewonnen, 4 gelijk, 16 verloren, doelsaldo 41-51.