1963, september

1963: Pa van den Winkel opende jeugdhonk in de Banne

Roelof Hermanus van de Winkel
Roelof Hermanus  van de Winkel (1885) was als vader van Gerrit en Martinus van de Winkel vrijwel vanaf het begin betrokken bij De Volewijckers. Volgens zijn kleindochter Karen was hij putjesschepper, in elk geval in dienst bij de riooldienst. In het stadsarchief zijn een gezinskaart en een pensioenskaart van hem die beide ‘fitter’ als beroep vermelden, iets wat zijn vader ook was geweest. In elk geval was hij een man die weliswaar als secretaris van de elftalcommissie optrad, maar die de avond of de morgen voor wedstrijden – de spelers hadden bijna geen van alle telefoon – op de fiets nog wijzigingen in de opstelling ging doorgeven. Zijn kleindochter herinnert zich dat hij ook de krijtlijnen op het Mosveld kalkte als dat zo uitkwam. Dat gold trouwens voor alle mannen van het eerste uur: ze deden alles wat nodig was en staken de handen uit de mouwen.
Opmerkelijk is dat Van den Winkel in 1903 (18 jaar oud ) al als scheidsrechter bij wedstrijden van de toenmalige Volksvoetbalbond floot. Hij werd een kundig scheidsrechter en later was hij o.a. rapporteur van de scheidrechtescommissie van de K.N.V.B. Zelf heeft hij na 1913 korte tijd gevoetbald bij het Amsterdamse Tonido (Tot Ons Nut Is Deze Opgericht).

Van den Winkel werd overal en door iedereen Pa (van den) Winkel genoemd en die naam bleef hij houden. Net zoals de vaders Van de Broek en Koster ook Pa Van de Broek en Pa Koster werden genoemd. In 1924 werd hij donateur nadat het grote gezin in 1923 vanuit de stad naar een bovenwoning aan de Ranonkelkade was verhuisd. In 1927 trad hij toe tot de elftalcommissie en werd daar vrijwel meteen secretaris van. Dat bleef hij tot 1961. In het artikel (uit de i.v.m. de financiering van het jeugdhonk op het nieuwe veld in de Banne uitgegeven De Volewijckers Obligatiekrant) staat dat hij thuis van alle wedstrijden en spelers notities bijhield thuis in de Nigellastraat waar hij op het eind van zijn leven woonde.

Dat verklaart wellicht waarom hij zijn kleindochter onder geen beding in zijn kleine ‘kantoortje’ toeliet: de stapels knipsels, notitieboekjes en andere documenten zouden dan gemakkelijk door elkaar raken. Ze vertelt dat haar oma trouwens een zeer fanatieke supporter was die met andere vrouwen keurig opgedoft de wedstrijden op de tribune aan de noordzijde van het Mosveld bijwoonde. Als haar iets niet beviel in het spel of in de beslissing van de scheidsrechter dan gaf ze dat in luide scherpe bewoordingen te kennen.

Bij zijn afscheid kreeg Pa van den Winkel  de zilveren legpenning van de K.N.V.B. In 1935 was hij al erelid van De Volewijckers geworden. Hij had de eer om in 1964 als nestor de vlag te strijken bij het verlaten van het Mosveld om die vervolgens te hijsen. Daarbij zou – volgens Tip de Bruin – de Danse Macabre  van Saint Saens hebben geklonken. Gespeeld door de fanfare? Bestuur en clubleden liepen in een stoet naar het nieuwe terrein, voorafgegaan door de fanfare (of harmonie). Op het nieuwe complex in de Banne jhees Pa Winkel vervolgens de vlag.. Op de foto zie je op de achtergrond het jeugdhonk waarvoor met allerlei acties geld bijeen was gebracht.
Pa Winkel overleed nog geen jaar daarna in mei 1965 op 79-jarige leeftijd. In de Sportkroniek schreef redacteur Jacques van de Berg:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de Obligatiekrant van De Volewijckers (1962/63) – een actie om geld voor het jeugdhonk in te zamelen – werd een bladzijde aan Pa Van de Winkel  gewijd:

scan uit clubblad

Collectie: De Volewijckers

link naar bron