Juli 1917. Grasweg in Obelt; de eerste bewoners zijn net aangekomen

Grasweg in Obelt; de eerste bewoners van het houten nooddorp zijn net aangekomen. Hun huisraad wordt door een verhuizer gebracht. Ze kwamen vermoedelijk uit een onbewoonbaar verklaarde woning uit de stad, waarschijnlijk uit een eenkamerwoning.

Deze bewoners hadden zelf een aantal houten ledikanten: die staan gedemonteerd tegen de gevel. Je ziet ook dat de vrouwen en de jongen netjes gekleed zijn en leren veterschoenen dragen. Het ziet er niet ‘pauperachtig’ uit. Goed om dat vooroordeel te ontkrachten. De mensen die uit verkrotte eenkamerwoningen kwamen, waren niet per definitie armoedzaaiers. Ook mensen die werk hadden en de huur van een betere woning konden betalen, kwamen in die tijd in krotten terecht omdat er gewoonweg geen betere woning te vinden was. Dit gezin had het geluk een nieuwe, grotere woning in nooddorp Obelt te krijgen en verhuisde waarschijnlijk binnen een paar jaar naar een betere woning in de Van der Pekbuurt of de Vogelbuurt die vanaf 1919/20 vrijkwamen.